Juan die zegt: ‘Hola,’
John die zegt: ‘Hello.’
En ze staren elkaar vragend aan:
‘Hé, waarom praat jij zo?’

Ján die zegt: ‘Hadla,’
Giovanni die zegt: ‘Ciao.’
En ze klagen in hun eigen taal:
‘Doe toch niet zo flauw!’

God spreekt elke taal,
hij kent ieders hart.
Kom toch uit je toren, allemaal,
maak een nieuwe start.

Jean die zegt: ‘Bonjour,’
Ivan die zegt: ‘Czesc.’
En ze roepen tegelijk heel stoer:
‘Wat is dat nou voor gezwets?’

Ki die zegt: ‘Ni hao,’
Jan die zegt: ‘Hallo.’
En ze schreeuwen allebei:
‘Stop nou, praat jij eens gewoon!’

God spreekt elke taal,
hij kent ieders hart.
Doe niet uit de hoogte, allemaal,
maak een nieuwe start.

God spreekt elke taal,
hij kent ieders hart.
Kijk dus niet meer neer op elkaar,
maak een nieuwe start.